zondag 30 augustus 2015

Nonkel Marcel Ghillemyn

Ik had je enkele dagen geleden de stamboom van onze Martin gedeeld (zie boogbericht). Je hebt ongetwijfeld gezien dat pa heel wat tantes en nonkels had. Ik ving op van mijn tante Christa dat de laatste van die bende, nonkel Jozef, vorige week overleed. Het einde van een generatie, maar er zit gelukkig een nieuwe aan te komen. Vandaag staan we even stil bij ongetwijfeld één van de strafste nonkels van onze Martin, zijnde Marcel Ghillemyn.



Een begrafenis is zelden of nooit een leuke gelegenheid. Al heb ik wel één keer geweten dat iemand met de glimlach thuiskwam van een dienst. Onze Martin was naar de begrafenis geweest in Deftinge van zijn tante Rosita en keerde met een smile terug. Niet dat hij blij was dat zijn tante overleden was, maar hij had zich een deuk gelachen met haar man, Marcel Ghillemyn.

Die was toen ook zelf op gezegende leeftijd, en had de dienst niet bijgewoond. Volgens zijn dochters was nonkel in zo'n slechte gezondheid dat hij het niet zou aan kunnen. Dus kwam hij pas tegen de koffietafel. Met een wandelstokje kwam hij binnen, geholpen door zijn dochters. Ze zetten hem op een stoel aan tafel en bestelden een portootje voor hem.

"Goh, en vadertje is niet meer zichzelf. Hij hoort niet meer goed en zien is ook al zijn sterkste punt niet!"

En zijn dochters knuffelden hun vader en die liet zich dat welgevallen.

Pa merkte inderdaad dat nonkel Marcel wat doof en blind werd. Hij begreep niets toen ze iets tegen hem zegden en keek niet op. Tot plots de ober met een vol plateau aperitief achter zijn rug passeerde. Nonkel Marcel draaide zich om en greep een glas.

"Aah, dat zal mijn portootje zijn."

Pa had in de mot dat gouwe ouwe nonkel Marcel best wel kon zien en horen als hij dat wilde. Selectief doof en blind was de diagnose.

Na de koffietafel ging hij nog mee naar het huis van nonkel Marcel voor een glaasje.

"Ik ben oud, maar zorg wel goed voor mezelf. Ik drink maar één dreupel per dag. Dat is voldoende!", gaf nonkel Marcel zijn gasten een wijze raad mee. Hij nam de fles en schonk een riant glas in. Pa keek naar zijn nonkel. Het was inderdaad maar één dreupel, maar wel een kanjer!"

Nonkel Marcel was er ééntje! Hij en tante Rositha hadden een groenten- en kruidenierswinkel in de omgeving van de Minister Liebaertlaan in Kortrijk. Mij pepe en pa's vader Nestor werkte als goudsmid in de Liebaertlaan en zette zijn bromfiets bij hen tijdens het werk. 's Morgens was het soms slaande ruzie tussen Marcel en Ositha en 's avonds als hij zijn brommertje terug ging ophalen lagen ze samen als een verliefd stel in de zetel. Het was een ferm koppel. Ze verhuisden later naar Deftinge, traden toe tot het Nieuwe Geloof en Marcel werd zelf bisschop. Dit alles om hem te kunnen overtuigen om geen alcohol meer te drinken, wat ook faalde. Hij was een Ghillemyn in hart en nieren met een zeer droge lever!

Toen mijn pepe Nestor door een moeilijke periode ging, was het nonkel Marcel en nonkel Gilbert die hem oppikten om hem op te beuren. Beide nonkels waren zonder meer de vedetten van de Ghillemyns. Na een avondje stappen belandden ze met de wagen in de gracht. Pépé Nestor die kon er uiteindelijk nog om lachen. Wellicht omdat hij ook al menig pintje op had.

In 2003 overleed ook nonkel Marcel. Ongetwijfeld zit hij hierboven met de rest van de familie te genieten van één riante dreupel per dag.


TG

Tante Ositha, echtgenote van nonkel Marcel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten