dinsdag 30 juni 2015

Redder in nood

Mijn mémé Agnès had de slechte gewoonte te babbelen terwijl ze aan het eten was. Daarbij gebeurde het vaak dat ze zich bijna verslikte. Twee keer had het verkeerd kunnen aflopen. Gelukkig was onze Martin twee keer in de buurt.

De eerste keer was tijdens de verkiezingen. In de school in de Sint-Jansstraat waren er stembussen en de voorzitters van de bureaus konden in de leraarskamer broodjes eten. Meme stond in voor de catering. Tussen het werken door propte ze ook een broodje in haar mond en liep al babbelend naar buiten. En toen ging het mis. Het broodje belandde in haar keel en bleef er zitten. Ze hapte tevergeefs naar adem. In paniek liep ze op de speelplaats om hulp.

Gelukkig was onze Martin in de buurt. Hij was aan het tennissen en liep meteen op zijn moedertje af. Hij sloeg met zijn raket pal op haar rug en mémé werd verlost van het euvel. Ze kon dankzij haar zoon weer vrolijk naar lucht happen.

Een andere keer zat ze met de familie rond tafel en begon opnieuw te tetteren terwijl ze at. Dit keer bleef een stuk appel zitten in haar luchtpijp. Ze hapte naar adem maar het lukte niet. Op den duur sloeg ze zelfs blauw uit. Mijn ma en tante Christa liepen in paniek naar buiten terwijl onze Martin nonkel Luc ijzig koel naar hun (schoon)moedertje liepen. Er werd geprobeerd om de appel uit haar keelgat te plukken, maar toen dat niet lukte probeerde pa een andere techniek. Hij oefende druk uit onder haar middenrif en het stuk appel floepte eruit. Mémé kreeg opnieuw wat kleur en was voor de tweede keer gered door haar zoon.

Nadien is het nooit meer gebeurd, maar telkens als mémé maar een woord durfde te zeggen toen ze at, was er wel iemand die haar terecht wees.

"Moedre, eerst eten en dan spreken."

TG






TG

maandag 29 juni 2015

Pissen van Pont-Neuf

In 2001 trok ik met het vierde middelbaar op schoolreis naar Parijs voor 3 dagen. Onze klastitularis, meneer Dewilde, had er jaren gewoond en kende de stap op zijn duimpje. Hij liet ons leuke plekken van de stad zien en het was ook nog eens stralend weer!

Ook pa kende de stad goed, zoals ik al meermaals aangaf op deze blog. Voor ik op schoolreis vertrok gaf hij mij zijn rode boekje met plannetjes enzo in. Parijs in handig zakformaat. Hij gaf me ook nog een goeie tip mee.

"Jongen, pis niet van Pont-Neuf als je wil."
"Wat?"
"Pis niet van die brug want dat is gevaarlijk."

Hij diste een anekdote op vanuit zijn jeugd. Hij was een jaar of 18 toen hij ook met zijn klas op uitstap was naar Parijs. Op een avond hadden ze een stapje gezet en iets te diep in het glas gekeken. Op weg naar hun hotel passeerden ze over Pont Neuf, de oudste en langste brug van Parijs. Eén van zijn metgezellen moest dringen plassen en vond er niks beter op dan over de rand van de brug te kruipen. Daar bed je nog een kleine "balustrade" waar je kan opstaan. Hij begon te waggelen terwijl hij zijn jongeheer tevoorschijn toverde. Pa was nog zo nuchter genoeg om te beseffen hoe gevaarlijk de situatie wel was, en hij sloeg zijn armen rond de kerel. Al wiebelend, en met pa rond hem, begon die te plassen in de Seine. Hij deed zijn broek weer dicht en zette zijn tocht voort naar het hotel.

Ik volgde zijn raad op, en besloot om niet van de brug te plassen. Geen haar op mijn hoofde die daar aan denkt, want als je over de brug loopt, en naar beneden kijkt, dan denk ik dat de kans klein is dat je ooit van je leven nog ergens een plasje zal maken.

Een goeie raad dus voor al wie het voelt knijpen terwijl hij over Pont Neuf wandelt.

TG


zondag 28 juni 2015

Uit Martins garderobe: XXXX...

Ik kan met niet meer exact herinneren welke maat van kledij onze Martin had. Al weet ik wel zeker dat er zeker één X voor de L stond. Maar hoeveel er exact tussen stonden heb ik eigenlijk nooit geweten. Zeker niet die keer toen hij me op pad stuurde om enkele hemden voor hem te zoeken.

Samen met Suzan en een vriendin van haar waren we naar Brussel getrokken. Dit omdat Suzan wou uitzoeken wat ze het volgende schooljaar zou studeren. Ik vergezelde hen om wat te shoppen in de Mediamarkt enzo.

"Timmie, kan je ook wat hemden voor me meebrengen. Ik moet vanavond naar een feestje."
"Welke maat heb je?"
"De grootste die ze hebben zeker?"
"Je meent het."
"Neem maar de grootste."

En ik dus op pad in de winkelstraten. in zijn gebruikelijke winkel zocht ik wat hemden die onze pa wat zouden opfleuren voor het feestje. Ik zocht de grootste maat uit, en wist zelfs niet dat er zoveel X'en voor de L konden staan. Nu, pa had gevraagd voor de grootste maat dus kreeg hij de grootste.

Ik shopte verder en ontmoette hem wat later op een terras. Hij bekeek de hemden en was tevreden over kleur en motief.

"Ik ben al blij dat je geen roze mee hebt, want met jij weet je nu eenmaal nooit."

Thuis paste hij zijn nieuwe aanwinsten. Het was net alsof hij een tent over zich had gegooid.

"Die zijn veel te groot."
"Je had de grootste maat gevraagd, pa."
"Maar allez, hoe is dat mogelijk? Bestaan er dan grotere maten dan de mijne ofzo?"
"Blijkbaar pa. Geen paniek, je kan deze zomer alvast gaan kamperen!"

TG

Pa zijn groene XXXX....L-hemd



zaterdag 27 juni 2015

Uit Martins garderobe: Bruin vestje

We doken eerder al eens in Martin zijn kleerkast en hadden het over zijn Kung Fu-vestje. Helaas is dit relikwie al lang verdwenen. Maar één van de meest typerende kledingstukken van onze pa hebben we nog steeds liggen: zijn bruin Marl-boro vestje. Het is een ligt jasje dat hij te pas en te onpas aantrok. Wie de aflevering van de Planckaerts volgde, zal hem er zeker mee hebben zien lopen in het ziekenhuis toen hij huisvriend André en mémé Agnès ging bezoeken.

Het jasje is intussen zodanig afgedragen dat het vol zit met scheuren. Maar desondanks beland het niet in de Kringloopwinkel of het stort. Moesten we ooit een Martin-museum beginnen, dan krijgt deze jas zeker een ereplaats.

Want zoals Lambik en Di Rupo hun strikje hebben
Rambo zijn haarband
Sherlock Holmes zijn pet
Sinterklaas zijn meiter
Superman zijn cape
Jansen en Jansen hun bolhoed
Zo had pa zijn onafscheidelijke bruine vestje.

TG


vrijdag 26 juni 2015

Opel Vectra

Niet alleen onze pa had een auto. Toen ook Japie en ik gingen werken, schaften we ons één aan. Eerst Japie, want die moest voor het werk naar Izegem. Mijn werk lag in Kortrijk, dus ik kon perfect met de fiets. Pas na een jaar werken besloot ik een auto te kopen.

Japie kocht in 2007 zijn allereerste auto, een tweedehandse Opel Vectra. Een karretjes die in goede staat was, tot onze Martin er wat begon aan te prutsen.

De avond dat Japie zijn wagen van de garage ging halen, waren pa en ik bij meme Agnès. Bij onze terugkeer zagen we Japie zijn wagen staan voor ons huis, op de parkeerstroken in de Overheulestraat.

"Kijk eens daar Timmie, Japie zijn karretje. Netjes in de rij geparkeerd."

Hij stapte uit en ging eens dichter kijken.

"Oei, ons jongetje zou beter zijn spiegels inklappen, want anders gaan ze gauw eens afgereden worden."

Onze nobele pa liep langs de kant van de bestuurder en probeerde de spiegel in te klappen.
"Pfff, ze zijn nog stevig en niet echt flexibel."

Hij besloot om wat extra kracht op de spiegels uit te oefenen tot ... er een krak weerklonk. Hij liet de spiegel los en die bengelde nu zielig langs het portier. Pa begon te vloeken en paniekerig de spiegel weer vast op zijn plaats te krijgen. Tevergeefs. Ik had intussen krampen van het lachen.

Met hangende pootjes liep hij dan maar in huis. Japie zat in de zetel tv te kijken.
"Ha, Japie, heb je een nieuwe auto?", riep ik vrolijk. Pa slofte binnen.
"Ja, hij staat voor de deur."
"Heb je er geen spiegels bij gekocht?"
"Wablieft? Wat is er met mijn spiegels.", veerde Japie op.
"Euhm, Japie, ik heb je spiegels ingeklapt.", zei pa schoorvoetend.
"Hoezo ingeklapt? Ze kunnen niet inklappen!"
"Dat heb ik intussen ook gemerkt.", gaf pa toe.
"Godver, er is toch niks mee hé manneke?"
"Ik zal wel betalen om hem te laten herstellen."
"Dat zou nog mankeren!" Japie trok zijn schoenen aan en liep naar buiten. Pa volgde hem om het verhaal nog eens over te doen. Vervolgens haalde hij wat tape om de spiegel toch weer rijklaar te hebben, zodat Japie met zijn nieuwe wagen kon gaan werken.

Nadien werd de spiegel dan op pa's kosten hersteld. Sindsdien besloot hij wijselijk om voortaan van andermans wagens te blijven.

TG


donderdag 25 juni 2015

Martins wagenpark: Mercedes B

De laatste wagen die pa ooit kocht en mee rondreed, was de zilveren Mercedes B. Door ons ook wel de "Zilveren Rugzak" genoemd. Het was geen break, zoals bijna al zijn voorgangers. Maar de wagen was een Zwitsers zakmes met talloze gadgets.

Zo kon je de vering aanpassen, kon je de wagen commando's geven, kon je usb- en sd-kaartjes met muziek beluisteren, het geluid regelen per passagier, ... En je kon ook handsfree bellen. Al lukte dat pa nooit deftig, bij geen enkele wagen. Zoals je in een later blogbericht zal lezen, was pa zijn gsm een ramp om naar te bellen vanuit de auto.

Maar de gekste optie was toen wel het automatisch parkeren. De wagen herkende een lege parkeerplaats als je er zijwaarts langs passeerde. Er kwam een icoontje tevoorschijn op het dashboard en met enkele knoppen werd automatisch parkeren ingeschakeld. Je hoefde niet te sturen, enkel de juiste versnelling instellen en gas geven. Magnifiek, als het lukte.

Want pa probeerde heel vaak zijn gadgets te tonen. Helaas lukte de techniek niet altijd. Ik heb het hem vaak zien doen, maar mijn vriendin Elien niet. Ze was benieuwd naar die optie, en hoewel pa het verschillende keren heeft geprobeerd, toch lukte het hem nooit om die aan Elien te tonen. Er ging wel altijd iets fout.

De "Zilveren Rugzak" werd in 2011 verkocht. De laatste bolide uit onze Martin zijn wagenpark.

TG


woensdag 24 juni 2015

Martins wagenpark: Volvo V50

Toen de Saab 9-5 Estate in juli 2005 in de gracht belandde, moest pa op zoek naar een nieuwe bolide. Hij had graag een nieuwe Saab aangeschaft, maar de nieuwe modellen kwamen pas in september op de markt. Zolang kon hij niet meer wachten, en hij stapte opnieuw over naar Volvo.

De dag dat pa zijn auto in de prak had gereden, vertrok ik als leider op kamp met de CM. Eerst een weekje naar Heer-sur-Meuse, en dan 10 dagen naar Fiesch in Zwitserland op bergmonicursus. Tussenin was ik slechts één nacht thuis, om van valies te wisselen.

Toen ik na een goede 18 dagen eindelijk terug was, kampa mij aan het station van Roeselare oppikken met zijn nieuwe wagen, de Volvo V50. Een zwarte wagen die zo wat mee had van de batmobiel.

De auto was zeer strak, maar had iets minder gadgets dan de Saab. Maar het was een zeer aangename wagen om in te zitten. En hij reed er tot 2009 mee rond, tot hij overschakelde op een nieuw exemplaar. Japie kocht pa's Volvo over en deed die in 2012 ook weer van de hand.

De Volvo is misschien wel pa's bekendste wagen, omdat die ook opduikt in de filmpjes van de Planckaerts. De huidige eigenaar heeft dus een stukje geschiedenis in handen!

TG

Pa zijn Volvo V50 waarmee we in 2007 het parcours van de Ronde mee gingen verkennen.


dinsdag 23 juni 2015

Martins wagenpark: Saab 9-5 estate

In 2004 schakelde pa over op een andere Zweedse wagen, namelijk de 9-5 Estate van Saab. Het merk introduceerde ook dieselmotoren, en daardoor ideaal voor pa die vaak kilometers moest vreten. En die wagen had heel wat leuke gadgets. Saab was oorspronkelijk een vliegtuigbouwer en heel wat toepassingen werden ook in de wagens geïntroduceerd. Het dashboard sloot zich rond de bestuurder, je had een fantastisch bekerhoudertje die je kon uitklappen en je had de optie nightpanel om 's nachts al de lichtjes van je dashboard te doven, en enkel diegene te laten branden die je zelf koos om zo rustig te kunnen rijden. Daarnaast zat het contact naast de handrem en niet naast het stuur.

In die wagen had pa ook een gps ingebouwd en dat was in die tijd wel leuk om zien. Voortaan konden we de baan volgen op het schermpje, en je kon ook icoontjes instellen op bepaalde plaatsen. Zo had hij ons huis en dat van mémé aangestipt en op de plaats van zijn stamkroeg café De Kroone had hij een hartje geplaatst.

Het was een aangename wagen, waar ik heb mee leren rijden. Niet evident omdat die redelijk lang was en enorm krachtig was.

Helaas was de Saab geen lang leven beschoren. Tijdens "de Feeste op De Platse 2005" besloot pa zijn vriend Manuel van de springkastelen terug te voeren naar zijn huis in Diksmuide (meer over deze fameuze editie volgt later nog in een blogbericht). Die avond brak een enorm onweer los. Toen ik 's morgens wakker werd, zag ik pa zijn wagen niet meer staan voor de deur. Ik riep naar zijn kamer, en hij was gelukkig thuis. De Saab was perte totale in de garage omdat pa er in de regenbui mee in de gracht was gegleden. Tijd voor een nieuwe dus.

Desondanks bleef de Saab één van pa's favoriete automerken en zeker ook het mijne. In 2008 kocht ik mijn eerste wagen, een Saab 9-3. Een magnifieke auto met vrij veel comfort en gadgets. Spijtig genoeg werd ook die naar de schroothoop verwezen toen in 2010 een idioot al racend op mijn geparkeerde wagen knalde. Nadien reed ik met een 9-5 sedan rond tot ik in 2012 een nieuwe wagen aanschafte.

Helaas is Saab intussen failliet en is de kans klein dat ik er ooit een nieuwe zal aanschaffen. Maar zowel voor mij, als voor pa, is de Saab 9-3 sporthatch de allermooiste wagen ooit gebouwd.

TG


maandag 22 juni 2015

Martins wagenpark: Volvo V40

Pa moest voor zijn werk heel vaak op de baan. Dat betekende dat hij best wel een goede wagen kon gebruiken. Hij heeft er dan ook een hele reeks gehad, omdat hij ze als zelfstandig kon leasen. Om de 4 jaar wisselde hij wel eens van karretje. En dat was telkens hetzelfde ritueeltje.

Hij kwam van de garage in zijn nieuwe bolide, en wij zaten dan meestal 's avonds in onze pyjama. Desondanks kropen we toch nog eens in de wagen voor een toertje. Hij demonstreerde dan de nieuwe snufjes enzo.

Ik herinner me een Renault en een Audi die hij had gekocht, maar de over het algemeen koos hij toch meestal voor Volvo. Deze Zweedse auto kon hem wel bekoren, zoals de V40. Niet de kleinere variant die ze nu uitbrengen, maar de vorige generatie die iets ruimer was.

En pa had zelfs twee van die auto's. Een blauwe die op benzine reed omdat in de eerste versie van de wagen er geen dieselmotoren bestonden. Na enkele jaren werd die toch geïntroduceerd en stapte hij over op een zwart exemplaar, de dieselvariant.

Deze auto's herinner ik me het best omdat we er heel vaak mee op reis zijn geweest. Heel veel plaats in de koffer en bovenaan de wagens stonden dakrails, zodat er ook een bak op kon voor extra bagage. Met deze wagens zijn we gaan skiën, trokken we naar de Ardèche, Dordogne, ...

Pas in 2003 schakelde hij eens over naar een ander merk.

TG


zondag 21 juni 2015

Uit Martin zijn garderobe: Kung Fu

We hebben nog enkele zaken uit pa zijn garderobe liggen: t-shirts, trui, vest. Tijd dus om daar ook eens een kijkje in te gaan nemen.

Wat ik helaas niet meer in pa zijn garderobe heb teruggevonden, is zijn blauwe vestje met het "Kung Fu-teken" erop. Wees gerust, hij droeg dit enkel en alleen als kleine broekvent. Hi was toen fan van de serie "Kung Fu" met Kwai Chang Caine als de grote held. Caine was de zoon van een Amerikaan en Chinese en groeide op in een Shaolin-tempel, waar hij zich verdiepte in de gevechtskunst Kung Fu. En pa die was zo onder de indruk dat hij zich met het blauwe vestje meteen Kwai Chang Caine waande.

Wij kwamen dit te weten toen wij zelf naar het vervolg van de serie keken. Daarin heeft Caine een zoon en is hij veel ouder dan in de serie die pa bekeek. Maar Kwai Chang Caine was nog altijd even getraind in de gevechtskunst.

"Ja gasten, jullie papa was daar ook fan van hoor. Ik heb nog zo'n kostuum gehad."
"Serieus?"
"Jaja, dat ligt ergens bij mémé denk ik."

En na een bezoek bij mémé bracht hij inderdaad zijn Kwai Chang Caine vestje mee. Ik heb helaas geen foto's van hem als krijger. Wie er toevallig één zou liggen hebben: zeker doorsturen.

TG

Kwai Chang Caine (rechts) en zijn meester Po (links)

zaterdag 20 juni 2015

Wijndruppels

Naast bierliefhebber was pa ook wel een fan van een glaasje wijn. Rode wijn meer bepaald. In tegenstelling tot bier, kan ik eigenlijk niet echt favoriete wijnen van hem herinneren.

In Auchan kon hij soms minuten lang naar de flessen staan kijken. Hij nam dan enkele dozen mee.
"Ken jij daar iets van pa?"
"Niet echt, maar proberen en onthouden wat je lekker vindt hé!"

In onze kelder stonden wijnkratten van Auchan, of ook leveringen van een zeker Jacques. Een wijnboer die pa nu en dan ook wat wijn verkocht. Bij de bestelling kreeg hij dan wijnglazen, en op den duur puilde de kast uit. Het grootste deel van de glazen konden we zelfs niet meer zetten.

Ook mémé Agnès had wijn voor haar Martinus. Ze haalde steeds kleine flesjes wijn zodat hij ook bij zijn moedertje een glaasje kon nippen.

Naast grote en kleine flessen, had hij meestal 's zomers een klein vaatje staan. Op reis zeker, maar ook thuis. En dat stond in de keuken, en als hij passeerde vulde hij zijn glaasje bij. Onder het tapkraantje stond een klein rekje met allerlei zaken in: fruit, papier, ... Na een tijdje bestond de kans dat je een appel uit de fruitmand pikte met enkele druppels wijn er op. Of een blad papier met wijnvlekken. Of zelfs op de vloer wanneer de wijndruppeltjes loodrecht door enkele verdiepen van het rek konden vallen.

Wat ook typisch was voor onze pa, waren zijn wijnlippen. Aan zijn onderste lip had hij vaak zo'n rood streepje als hij wijn dronk. Hij bleek het zelf nooit door te hebben, want hij vergat het vaak af te kuisen. Het was net alsof hij het streepje er had getatoeëerd.

TG




vrijdag 19 juni 2015

Kruimeltjes

Als pa zat te eten, dan leek hij Hans en Grietje wel. Vooral bij het verorberen van pistolets tierden de kruimeltjes weelderig. Op de grond, in de zetel, op de tafel en op zijn buik. Daar landden nog de meeste kruimeltjes aangezien ze vanaf zijn mond rechtsreeks naar beneden vielen, en zijn buik wat voorui zat om hun een zachte landing te bezorgen. Als zijn buik goed voorzien was van een laag kruimeltjes, dan veegde hij die vrolijk af, en belandden ze overal in het rond.

Je kon zo zien waar pa pistolets had zitten eten. Gewoon het kruimelspoor volgen, en je had gegarandeerd prijs. En je kon hem ook horen zitten. Want hoewel hij met de mond dicht at, toch hoorde je al van ver het kraken van de pistolets en vallen van de kruimeltjes.

Hoewel we hem aanraden om een bord te gebruiken van zodra hij in de zetel ging zitten om voor tv te eten, toch slaagde hij er in om er zo weinig mogelijk effectief in het bord te krijgen. Een prestatie op zich.

De stofzuiger had dus goed zijn werk aan onze Martin. Wie graag puzzelde, kon de stofzak zelfs leegmaken om er een complete pistolet weer ineen te steken. Uitdaging verzekerd!

TG




donderdag 18 juni 2015

Met onze Martin op restaurant: de Cuisine

Voor wij de Kameleon en andere leerden kennen, trokken we vaak naar "De Cuisine" in Gullegem om te eten. Het restaurant bevindt zicht vlak naast de Supra Bazar. Er wordt gewerkt met zelfbediening, en je kan dus vrij kiezen wat je er wilt eten. Behalve pa dan.

Want elke keer opnieuw veranderde hij zijn keuze op suggestie van de sympathieke serveerster. In de rij bekeek pa de keuzes en ze dan steeds.

"Gasten, nu ga ik voor de entrecôte. Daar heb ik nu zin in."

En dan was het zijn beurt om te bestellen.

"Goeiedag meneer, ik kan u zeker de fazant aanbevelen vandaag. Super lekker!"
"Euh, ja doe dan maar fazant voor mij!"

En hij bleef met blozende wangen staan.

"Ha pa, de entrecôte vandaag zeker?"
"Goja, fazant is ook zeer lekker!"

En de volgende keer speelde opnieuw hetzelfde tafereeltje zich af.

"Gasten, nu meen ik het: vandaag neem ik rib-eye!"
"Ja zeker pa."
"Dag meneer, vandaag hebben we zeetong als suggestie!"
"Ah ja, doe dat maar.

De blozende wangen en de uitleg dat zeetongen één van zijn favoriet was volgden.

"De volgende keer neem ik wel rib-eye."
"Jazeker pa, jazeker.

TG

Hier kan je aanschuiven en nadenken over wat je wilt eten. Behalve onze Martin.





woensdag 17 juni 2015

Grapjes met onze Martin: Zweinstein Express

Pa was vaak het slachtoffer van onze grappen. Heel vaak op foto, maar ook zijn huis en materiaal konden het vaak eens ontgelden. Zo propten we zijn bed vol met lege flessen en andere attributen zodat hij niet ongehinderd in zijn bed kon kruipen. Je hoorde hem dan de deur van zijn slaapkamer dichtdoen, en even later werd het huis gevuld met gevloek.

In 2009 zat ik even zonder werk, en daardoor had ik enorm veel tijd om handen.

"Timmie, jij bent toch thuis. Kuis eens de tuin op. Het gerief staat allemaal door elkaar. Zet dat eens allemaal netjes!"

En zo geschiedde. Ik besteedde een hele namiddag aan het opkuisen van de tuin. Ik had ervoor gezorgd dat alles mooi en zeer creatief werd weg geplaatst.

Toen pa terug thuiskwam, schrok hij zich een bult.

"Wat is dat nu weer?"
"Kunst, pa? Je had toch gevraagd alles mooi te zetten. Wel!"
"Jongen toch, het wordt tijd dat je werk vindt. Breek die boel dan maar af!"

Met die boel bedoelde hij mijn interpretatie van de "Zweinstein-express" (zie foto hieronder), de bekende trein uit de Harry Potter-reeks waarmee de leerlingen naar de toverschool reizen. Ik brak de boel uiteindelijk na enkele weken, en een hoop gezeur af.

TG





dinsdag 16 juni 2015

Grapjes met onze Martin: foto's

Pa was een geliefkoosd slachtoffer om grapjes mee uit te halen. Vooral toen Japie en ik samen met hem onder één dak gingen wonen. Vaak hing ons huis vol met bewerkte foto's via photoshop waarin hij in allerlei taferelen te zien was.

Maar we bewerkten niet alleen de foto's, we zorgden er ook in real life voor dat hij weer eens als de pineut op de foto's te zien was. Zo hadden we een hele boel foto's van toen hij lag te knorren in de zetel.

Op onderstaande zie je hem een dutje doen terwijl Japie en ik net inkopen hadden gedaan bij Huis Maria. Toen hij wakker werd, prijkte de foto mooi in de huiskamer.

"Godver, met jullie ben ik hier nooit veilig!!"

TG

Een duttende pappie te midden het heerlijke gerstenat.


maandag 15 juni 2015

Wonen we hier mooi?

Iedereen zal het zich ongetwijfeld herinneren: de eerste ontmoeting met zijn schoonouders. Die onwennige begroeting en handjes schudden, vragen beantwoorden, ... Maar als je geluk hebt, gaat dit zo over en voel je je thuis voor je het weet. Ik ben alvast zo'n gelukzak.

Elien zal haar eerste ontmoeting met pa wel herinneren. Want toen gingen we samen naar Oasis (zie blogbericht "Met mijn pa en mijn liefje naar Oasis"). En haar eerste bezoek bij ons thuis ook niet. Al was pa daar niet bij. Hij was op zakenreis en enkel Japie was thuis. Ik haalde Elien af aan het station in Kortrijk en met de bus keerden we terug naar Moorsele. We stapten te voet naar huis. Toen we bijna op onze bestemming waren, stak Japie de straat over.

"Dat is mijn broer.", wilde ik Elien geruststellen.

Ze zag een blonde, langharige met een metalshirt wandelen. Hij grijnsde naar ons en zei

"Aah Elientje, is dat gij die bij mij gaat slapen vanavond?"

Elien was natuurlijk knalrood van schaamte, net als mezelf. Ik had haar gewaarschuwd voor mijn excentrieke broer, maar dit was wel gedenkwaardig. Net als pa die voor de eerste keer Elien ontmoette thuis.

We studeerden beiden in Gent, dus zagen elkaar veel op kot. Tijdens de krokusvakantie, na de blok, kwam Elien bij ons logeren. Toen we 's morgens wakker werden, en naar beneden gingen, was Martinus daar om haar te begroeten. En hij wilde als nobele gastheer zijn schoondochter op haar gemak stellen.

"Dag Elien, en wonen we hier mooi?" zei pa in zijn mooiste Oost-Vlaamse accent. Elien bloosde, terwijl Japie en ik het niet meer uithielden van het lachen.

"Pa toch, haha, wonen we hier mooi?"

Hij werd ook knalrood. Zeker omdat we het zinnetje te pas en te onpas gebruikten de komende jaren. Zo ging Elien mee naar meme en vroegen we ook doodleuk

"En Elien, woont mémé hier mooi?"
"Gasten, 't is goed hé. Niet opletten Elien, 't zijn idioten."

Pa probeerde Elien op haar gemak te stellen, wat met twee zo'n kornuiten als Japie en ik niet zo evident was. Gelukkig leerde ze ons goed kennen en is ze al 10 jaar goed vertrouwd met de familie!

TG
We woonden mooi in de Overheulestraat 217 in Moorsele.




zondag 14 juni 2015

Vadertjesdag

Een hele dikke proficiat aan alle vadertjes vandaag. Ik kon helaas mijn eigen vader niet bezoeken vandaag om hem in de bloemetjes te zetten. Gelukkig ben ik intussen zelf papa en kan ik elke dag genieten van het opvoeden van mijn spruitje. Maar dat betekent niet dat ik onze pappie vergeten ben, integendeel. Geen dag gaat voorbij of hij komt in mijn gedachten binnen gewandeld. Met een grappige quote, foto of video. Een schatkist vol herinneringen waar we nu toch al een hele tijd uit aan het putten zijn via deze blog!

Op vadertjesdag werd vaak gebarbecued. Of uit gegeten (zoals hééél vaak gebeurde gedurende het jaar). Barbecuen was iets wat pa graag deed, en die passie heeft hij zeker doorgegeven aan zijn zoon Japie. Ik herinner me zelfs 1 keer dat pa moest kijken voor het kerstmenu op 24 december. Dat was 2003 als ik me niet vergis. In hartje winter bereidde hij côte à l'os voor ons allemaal. Want dat kon hij als de beste.

Wij zetten pa in de bloemetjes met een hele reeks aan cadeautjes. Zoals boeken van zijn grote idool "Eddy Planckaert" (zie blogbericht "Uit Martins boekenkast: De Planckaerts"). Maar we schonken hem ook eens een "vrijgezellenset", met deodorant, aftershave, scheermesjes, mondspray, flosdraad, ...

Geestrijk vocht ontbrak ook niet en een flesje Whiskey zat ook wel eens in het gamma. Maar toch probeerden we zeker om origineel te zijn. Een complete gids met barbequetips werd ook aan zijn collectie toegevoegd en ook een hippe card voor de iTunes Store ontbrak niet.

In 2011 konden we helaas geen vadertjesdag meer vieren, maar brachten we tijdens ons optreden met The Bjètles op de Barakkenfeesten toch zijn favoriete Beatleshit (zie blogbericht "Don't let me down").

Sindsdien vieren we vadertjesdag door nog ééntje te drinken en aan hem te denken.

Schol alvast, daddy!

TG






zaterdag 13 juni 2015

Kleingeld

Onze Martin die had hoogst waarschijnlijk een allergie aan kleingeld. Of toch aan het betalen ermee. Als hij was weggeweest, naar de Kroone, op boodschappen, reis, .... dan kwam hij telkens terug met kilo's kleingeld in zijn zakken. Toen hij ging slapen, gooide hij zijn broek altijd aan de wasbak in de badkamer. En heel vaak rolden er ettelijke euro's uit zijn zakken. Of als hij 's morgens zijn broek weer aantrok, dan verspreidde er zich een klein fortuin over de vloer. Maar hij was te allergisch om het terug te steken in zijn broekzakken.

Of hij deelde ze ook uit.
"Pa, mag ik geld om iets te eten vanavond."
"En dan graaide hij in zijn zakken. Hier, goed zo."

Je kreeg dan een handvol kleingeld. Als je geluk had kon je eens goed uit eten gaan. Als je pech had, kon je nipt een broodje halen. Het was als een soort jackpot.

Maar voor ons was die allergie natuurlijk bijzonder handig. Japie en ik sleten onze weekends in het Jeugdhuis, en daar zijn de pinten niet zo duur en kan je bijna met rostjes betalen. Dus als we zijn kluttertjes in de wasbak, op de wastafel of grond zagen slingeren, dan staken wij die in onze zakken.

Ook Dorothee (zie blogbericht Dorothee) die ons kwam helpen met de was en de plas, kwam op haar baan door het huis overal wel muntjes van onze Martin tegen. Deze stopte ze dan in een grote glazen pot. Ook daar visten wij geregeld kleingeld uit voor onze weekendtrips. Behalve dan de roste centjes. Die bleven liggen. Maar desondanks raakte die pot ook overvol. Dan nam Dorothee die mee naar huis en telde ze alles. Ze bracht de muntjes naar de bank en als ze op bezoek kwam gaf ze pa de biljetten.

"Voor wat is dat, Dorothee?"
"Dat is voor jou, Martintje!"
"Hoezo?"
"Dat heb ik je pot daar gehaald en gewisseld bij de bank." En ze wees naar de glazen pot die weer even leeg was. Tot hij de biljetten mee op stap nam, en met een zak vol kleingeld terugkwam. En zo ging het tafereeltje verder.

Onze Artuur die zal ook wel blij zijn, want Elien merkt bij het sorteren van de was dat ik blijkbaar de allergie heb overgeërfd.

TG



vrijdag 12 juni 2015

Martin in den blok

Een zware tijd voor de studenten. Zeker nu het weer redelijk zonnig is. Uren, dagen, weken met je neus boven de boeken hangen. Je zou voor minder rillingen krijgen. Nu nog zelfs. Als ik tijdens het slapen een nachtmerrie heb, dan is het keer op keer zo dat ik weer aan het studeren ben. En nochtans was mijn passage op de Universiteit Gent redelijk vlot.

Van mijn vier jaar studeren aan de faculteit communicatiewetenschappen, had ik slechts twee herexamens en dan nog in mijn eerste jaar. Statistiek en methodologie. Cijfertjes waren nooit mijn ding.

Toch deed ik het stukken beter dan onze Martin. Want beste blokkers, als je denkt dat je een zware periode hebt, denk dan eens aan onze Martin. Die legde volgend fantastisch parcours af:

1e jaar: voor alle vakken gebuisd
2e jaar: voor de helft van de vakken gebuisd
3e jaar: voor 1/4 van de vakken gebuisd
4e jaar: geslaagd (al moet hij zijn zus Christa bedanken voor de thesis, zie blogbericht "Jongste Zus").

Zijn motto was "Wat je in 12 maanden kan doen, moet je niet doen in 10." Misschien een tip voor de blokkers.

TG


Onze Martin zit rustig te blokken op het terras van zijn zus Christa terwijl die zijn thesis schrijft!



donderdag 11 juni 2015

Bijnamen

In deze blogberichten heb ik het steeds over onze Martin, pappie, onze pa of Martinus. Maar eigenlijk hadden we een hele voorraad bijnamen voor hem. Voor iedereen van ons gezin trouwens. Ik heb de hobby om bijnamen te verzinnen en die ook te introduceren zodat die op den duur als doodnormaal worden beschouwd en gewoonweg courant worden gebruikt.

Pa zijn bekendste bijnaam was "Tintje". Voor zijn neven en nichtjes was hij dan "Nonkel Tin". Je had ook variaties op "Tin" zoals "Tinte Gripsaucitse" (vraag me niet vanwaar die komt). Ikzelf gebruikte vaak zijn voornaam (wat Artuur nu ook al bij mij doet) maar ook andere naampjes die wat met zijn postuur te maken hadden passeerden de revue: bolletje, spekreet, Martietus, Jan Leyers (verklaring volgt nog) ....

Zijn bekendste bijnaam was ook wel "Opperborst" of kortweg "Opper". Dit als voorzitter van de Bond der Behaarde Borsten (volgt later).

Maar pa gebruikte ook wel bijnamen voor ons. Ikzelf was "Tim met gaatjes in" (vraag me ook niet waarom) of ook Sproetie omdat ik als kind sproeten had (die gelukkig zijn verdwenen), Jasper was "Japie" of "Japie Tsjoolie". Suzan was "Janneke".

Maar er waren er nog andere. Zo doopte ik Japie om één of andere reden "Claude". Zelfs pa en ook mémé Agnès namen dit over. Japie kwam op een dag bij mémé binnengewandeld.

"Ha, Claude, hoe ist? Zet u, ge weet de brouwerij zijn."
En Japie keek meme aan alsof het donderde in Keulen.

Manuela werd door meme als "zijn prente" gedoopt of ook "Zarzuela" door pa. Mijn vriendin Elien werd "de poes". Zelfs voor pa, die dan ging winkelen en steevast "Aah, een pot choco voor de poes" mee bracht of snoepjes voor de "poes".

Suzan kreeg van ons vaak de bijnaam "Jakke" of ook "Bolle". Haar vriend Birger werd "Billie", en kreeg die van niemand minder dan mémé Agnès. Birger was voor haar iets te moeilijk om uit te spreken.

"Hoe noemt Suzans vrijer?"
"Birger?"
"Hoe, Birgen?"
"BIRGER."
"Billie?"
"Ja, Billie, mémé!"

En zo ging hij verder als Billie.

Mémé zelf kreeg ook wat koosnaampjes, al is het best dat ze enkel "Moedre" kende. Vaak werd ze als "d'oude" bestempeld, of zelfs liefkozend "d'oude draake". Liefkozend omdat we uiteraard ons mémé zo graag zagen en we die bijnaam best grappig vonden.

En die bijnamen waren de normaalste zaak bij ons thuis. Je kon bijvoorbeeld heel makkelijk onderstaande conversatie horen tussen pa en mezelf..

"Hey Martietus, waar is Claude?"
"Die is naar zijn prente."
"Azo, ga je naar d'oude draake vanavond?"
" Ja, maar kga eerst ons Janneke voeren. Billie is weg. Is de poes er niet van weekend?"
"De poes zit in Herzele."

Voor complete buitenstaanders een mysterie. Maar jullie kunnen de boel nu gelukkig wel ontcijferen.

TG




woensdag 10 juni 2015

Martin op kot

Eigenlijk is er nog een bureau die we aan onze pa zijn collectie moeten toevoegen: zijn kot in Heverlee. Je leest het goed: een kot.

Toen hij in 2008 voor Xenics ging werken, moest hij vaak naar Leuven waar de firma gevestigd is. Het was niet altijd handig om 's avonds laat nog richting Moorsele te rijden, en dan besloot hij maar om een kot te zoeken. Hij huurde een studio in Heverlee.

Best wel grappig om dat aan vrienden te vertellen. Wij wonen thuis en onze pa die zit op kot. En hij kleedde die dan mooi in met domme meubels, zoals een roze poppenhuis.
"Dat is handig om laptop enzo op te zetten, naast mijn bed."

Maar grappiger was dat zijn familie en vrienden er eigenlijk meer logeerden dan hijzelf. Want hoewel hij er al een stamkroegje had gevonden, toch miste hij zijn vrienden en zijn Moorseelse stamkroeg "De Kroone". Daarom kwam hij, zelfs 's avonds laat, nog huiswaarts. Het kot was meer moederziel alleen dan bewoond.

Tante Christa en nonkel Luc en onze neven, en ook vrienden die Rock Werchter bezochten, logeerden dan in zijn plaats in Heverlee. Zo sliep er toch iemand.

Wijzelf zijn er nooit geweest hoewel hij het vaak voorstelde.
"Ga eens naar Leuven gastjes, kan je op mijn kot slapen.
"Waarom ga jij eens niet op je kot pa, zodat wij hier ons kot voor ons alleen hebben!"

TG


Martin zijn kot dat hij toen nog moest decoreren met meubels en dergelijke.





dinsdag 9 juni 2015

Bureau in de Overheulestraat 217

In 2001 hield pa de samenwerking met de infraroodfirma Flir voor bekeken (zie blogbericht "Agema"). Het was een stressvolle periode waar hij zelfs suikerziekte aan overhield. Uiteindelijk herstelde hij er toch van.

Na die lastige periode besloot hij eens zot te doen. Hij was 41, dus een midlifecrisis was gepermitteerd. Op zeker dag stond een huis schuin tegenover ons huis te koop, Overheulestraat 217. Het huis is het ouderlijke huis van mijn moeders ma, mijn meme. Overheulestraat 220 is het ouderlijke huis van mijn ma's pa, mijn pepe. Ma en pa besloten om het huis te bezoeken. Wij snapten er niet meteen iets van.

Zouden we verhuizen? En waarom in godsnaam aan de andere kant van de straat? Om eens een andere ligging te hebben?

En op zeker dag kwamen ze binnen: "We hebben het huis gekocht!"
Wij stonden versteld.
"Gaan we verhuizen ofzo?"
"Neenee, pa gaat het als zijn bureau gebruiken."
"Het hele huis?"
"Maar nee, de living."
"En de andere kamers?"
"Jullie kunnen die gebruiken voor hobbits ofzo. Of als er vrienden blijven logeren."

Het bleef niet bij een huis. Onze Martin ruilde zijn laptop ook voor een moto met de eigenaar van het huis (zie blogbericht Born to be Wild). Alsof dat nog niet genoeg was, kocht hij er de zonnebank van de eigenaars bij. Zijn midlifecrisis was compleet. Maar we hadden wel een "extra huis".

En dat was zalig. De ruime zolderkamer werd een hobbykamer met divan-lit, tv, nintendo, ... We projecteerden zelfs films op de muur. En vrienden bleven er logeren. In het bed in de slaapkamer, divan-lig, matrassen, ... We hadden alle privacy, want pa die werkte er wel, maar sliep er niet.

In de living stond dus zijn bureau, een klein salon en een vergadertafel. Er hing een wegenkaart van België aan de muur, en projectiescherm, ... Er stond ook een frigo en kelder te beschikking, voor als de werkmens dorst begon te leiden. En werken op het terras was ook een optie.

Toen mijn ouders in 2005 uit elkaar gingen, verhuisden Japie, pa en ik naar Overheulestraat 217. Het bureau maakte plaats voor een zetel en pa die werkte voortaan een beetje overal. Aan de vergadertafel (eerst een vierkantig ding, en dan een soort Chiro-bank, waar hij zelfs eens doorzakte!) en ook op zijn slaapkamer was een bureautje geïnstalleerd. Zélfs in de tuin had hij buitenbureau geïnstalleerd. Een tuintafel te midden het gras, onder een boom. Hij kon maar niet zwijgen over dat buitenbureautje. Hij werkte er misschien hoogstens een uurtje in zijn totale carrière.

Na zijn overlijden werd zijn bureau eerst nog een repetitiekot van Th Bjètles, nadat meme's zolderkamer helaas voorgoed verleden tijd was. Nadien verhuisden we naar zijn bureau in de Overheulestraat 220. Later werd het de living van Suzan en Birger en in 2014 werd het huis verkocht aan een jong koppeltje.

TG

Een trotse zaakvoerder van Iret bvba anno 2001, in zijn nieuwe bureau in de Overheulestraat 217.


maandag 8 juni 2015

Bureau op Overheulestraat 220

Iret bvba (pa dus) had zijn bureau op verschillende locaties. Hij vestigde zich lang in het bedrijvencentrum in Wevelgem. Maar daarna verhuisde hij naar ... huis. Te zeggen: naar de zolder van ons huis in de Overheulestraat 220.

Toen we er in 1989 gingen wonen, sliepen Japie en ik nog op dezelfde kamer. In een stapelbed boven elkaar. Toen Suzan werd geboren, en wij ook ouder werden, verhuisde Japie naar de kamer ernaast. Suzan mocht dan bij hem slapen. Te zeggen, in haar eigen bedje in zijn kamer. En dan ook eens in mijn kamer. Maar dat was niet echt zo'n succes. Suzan bleef Japie uit zijn slaap houden door voortdurend nog "één laatste vraag" te stellen voor het slapengaan. En in mijn kamer bevond haar bed zich aan de schakelaar, waardoor het licht voortdurend aan en af schoot.

Er moest een oplossing komen. Daarom werd de zolderverdieping heringericht. Er zou een slaapkamer en bureau komen. Zo verhuisden pa en ma naar boven, en kreeg Suzan haar eigen kamer. En had pa dus ook zijn bureau en werkte hij thuis.

Dat betekende dat hij overdag rustig kon werken terwijl wij naar school waren. Maar na vier uur, op woensdag namiddag en tijdens vakanties was het natuurlijk andere koek. We mochten toen bijna niet naar boven en moesten altijd stil zijn. We probeerden muisstil de trap op te sluipen, maar die kraakte zo, dat pa ons toch hoorde.

Bovendien stond zijn auto voor de deur. Zo dachten vele vrienden dat hij thuis was en sprongen ze eens binnen. En zo lukte het voor pa niet echt om rustig en ongestoord verder te werken. Na een tijd besloot hij dan maar om terug te keren naar het bedrijvencentrum. Tot 2001, toen hij opnieuw ging thuis werken, maar niet in de Overheulestraat 220.

De ruimte werd nog gebruikt als slaapkamer en computerruimte. En ook als repetitieruimte. In 2011 namen we met The Bjètles onze intrek op de kamer. Anno 2015 is het een stockageruimte. Japie, Suzan en ik plaatsen er wel nog eens wat spullen die we niet echt meer gebruiken. Al heb ik onlangs het bureau weer in ere hersteld. Een grondige poets- en opkuisbeurt later staat alles weer paraat om te werken.

Misschien verkopen we binnenkort wel infraroodcamera's!

TG




zondag 7 juni 2015

Bedrijvencentrum

Toen pa als zelfstandige begon, gebruikte hij zijn bed als allereerste bureau. Maar dat is niet meteen praktisch en dus ging hij op zoek naar andere mogelijkheden dicht bij huis. En hij vond een geschikte plaats in het bedrijvencentrum in de Vlamingstraat in Wevelgem.

Het bedrijvencentrum werd in 1983 opgericht. Toen pa er introk was hij één van de eerste klanten. Hij kreeg een bureauruimte, het logo van Iret (gebaseerd op dat van Agema) preek op de zuil naast de logo's van de andere bedrijven, en hij kreeg zijn eigen postvak en mocht gebruikmaken van het secretariaat dat werd bemand door twee dames Ann en Colette.

Ann en Colette bemanden de ook de telefoon. Dat betekende dat pa zijn telefoon (en door de jaren heen gsm) kon doorschakelen naar het bedrijvencentrum. Wij hebben Ann en Colette enorm veel aan de lijn gehad. Als pa zijn gsm liet slingeren, verkeerde drukte toen hij moest opnemen, of gewoon liet rinkelen omdat hij niks voelde trillen of hoorde, dan kregen we altijd één van beide aan de lijn.

"Bedrijvencentrum Kortrijk, met Ann."
"Euh Ann, hier met Tim, de zoon van Martin. Is mijn vader er niet?"
"Ik heb hem nog niet gezien vandaag Tim, moet ik een boodschap nalaten?"
"Nee, bedankt. Ik probeer hem straks nog eens te bellen."
"Ok, tot de volgende keer."

En dat was dan de volgende keer dat hij weer eens niet te bereiken was.

In 2010 werd het Bedrijvencentrum heringericht en anno 2015 is het een zeer mooi centrum met veel faciliteiten voor kleine bedrijven of starters. Ook Ann staat nog steeds present in het secretariaat. Colette is helaas overleden.

Pa en ik waren erbij bij de heropening van het Bedrijvencentrum. Pa was er van plan terug te keren, nadat hij eind jaren '90 was veranderd van bureau bij ons thuis en later aan de overkant van de straat. Maar hij bleef beroep doen op de diensten, zoals de postbus en telefoon. Dus we konden Ann en Colette blijven bellen.

Ook ik heb via de gemeente kunnen werken in en met het Bedrijvencentrum. Als ambtenaar lokale economie was ik er om deel uit te maken van het bestuur van de bedrijventerreinvereniging BLeie. Als communicatieambtenaar ging ik er in 2013 met mijn collega Elke naartoe om Pol, de voorzitter, en Ann te interviewen in het kader van 30 jaar bedrijvencentrum. Het Bedrijvencentrum nam deel aan Open Bedrijvendag en Elke en ik voorzagen een groot artikel hierover in de infokrant van de gemeente Wevelgem. Je kan het hieronder nog eens lezen, vanaf pagina 12.

Op die manier trad ik een beetje in pa zijn professionele voetsporen.

TG

zaterdag 6 juni 2015

Infrared Devils

Ik had je eerder al verteld dat het logo van de firma waar pa voor werkte, het Zweedse Agema, op allerlei gadgets preek. Ik had het al over briefpapier, onderleggers, ... Maar het was ook het logo van pa zijn minivoetbalclub. Nadat hij eerst in de ploeg van de Zonnebloem speelde (zie blogbericht Joyeus Noël), werden de Infrared Devils boven de doopvont gehouden. Het logo van Agema prijkte op de wit-rode outfits.

Naast pa, had de ploeg sterspelers als nonkel Steven, Toone, Vincent en andere in de ploeg. Ik vergezelde hem vaak naar de matchen die meestal zaterdagavond of zondagvoormiddag plaatsvonden in de sporthal in Moorsele. Pa stond meestal in de goal. Zeker naarmate hij ouder werd, en ook breder. Het was moeilijk om hem te passeren. Bovendien had hij een gevaarlijke uittrap. Ik heb hem vaak als keeper weten scoren. Niet door het volledige plein te dribbelen maar door simpelweg de bal van aan zijn goal over alles en iedereen te knallen in het andere doel. Van het moment dat hij zag dat de andere doelman iets te ver uit zijn doel stond, was het zover.

Na de match werd het vochtpeil op niveau gebracht in de cafetaria van het zwembad. Zonder twijfel één van de sterkste cafés uit Moorsele in die tijd. Alle sporters kwamen daar afgezakt.

Helaas ligt het zwembad en de cafetaria al een tijdje tegen de grond. En ook de Inrared Devils zijn intussen voetbalhistorie. Gelukkigen hebben we nog wat relikwieën, zoals hieronder je hieronder kan  bewonderen.

TG


vrijdag 5 juni 2015

IRET bvba

Ik vertelde al dat pa, nadat was afgestudeerd, verschillende jobs had uitgeoefend. Op zekere dag besloot hij zich aan te bieden bij de infraroodfirma Agema om die te vertegenwoordigen in de Benelux. Het begin van zijn carrière als verkoper.

Dat betekende ook dat pa een zelfstandig statuut moest hebben. Daarom richtte hij in XX zijn eigen bvba op en doopt die IRET. Omdat pa alleen was, had hij voor de oprichting nog vennoten nodig. Enzo belandden ook mijn ma en mijn tante Christa in de registers.

IRET begon als coöperatieve vennootschap op 1 oktober 1989 en werd op 7 mei 1993 een bvba. Iret bestond zo'n 22 jaar, van 1989 tot 2011. In totaal kende de bvba twee zaakvoerders: pa en ikzelf. Ik volgde pa op nadat hij in 2010 overleed. Ik volgde zijn paperassen op (zeg maar jungle) en verzorgde de contacten met de boekhouder. Voor de rest heb ik geen enkele infraroodcamera verkocht. Een job als verkoper is niet echt aan mij besteed. Daarom werd de bvba dan ook opgedoekt.

In september 2011 hield IRET op te bestaan en werd dit hoofdstuk definitief afgesloten.

TG




donderdag 4 juni 2015

Mission Impossible

In 1996 kwam de film Mission Impossible uit. De film, gebaseerd op een tv-serie, had Tom Cruise in de hoofdrol en is vooral gekend van de zeer herkenbare introdeun. Voor de film werd het deuntje onder handen genomen door Adam Clayton en Larry Mullen, de bassist en drummer van U2. En bij het nummer hoorde ook een videoclip.

Videoclips werden indertijd vaak gedraaid op MTV. Wij waren dan volop in onze muziekperiode, en keken gespannen uit naar de clips. Youtube bestond nog niet, dus was het telkens wachten en hopen dat er coole clips zaten aan te komen. Toen was er nog muziek op MTV.

In 1996 logeerden we een weekje in Sun Parks. En ook daar stond de tv vaak aan in hoop om coole clips van rocksterren of andere te zien. Op een bepaald moment zaten we te kijken toen de clip voor de nieuwe Mission Impossible-film liep. Plots veerde pa recht.

"Hé, ze gebruiken daar infraroodbeelden. Die komen precies van ons camera's."

Hij ging dichter bij het scherm staan en ... inderdaad. Tijdens bepaalde shots werden beelden getoond van schermen in de typische infraroodkleuren die wij ondertussen goed herkenden. Naast de beelden stond overduidelijk "Agema". Onze pa was in de wolken.

"We moeten dit kunnen opnemen. Dit is super om te gebruiken."

Maar in Sun Parks hadden we geen videorecorder. Dus probeerden we éénmaal terug thuis om de clip op te nemen. Het was dus wachten tot hij er weer eens was. Het is helaas nooit gelukt om hem deftig te kunnen opnemen. Gelukkig is er anno 2015 youtube waarmee je in een simpele klik alles perfect terugvindt.

TG


woensdag 3 juni 2015

Agema

Pa begon zijn infraroodcarrière bij de Zweedse firma Agema. Pa studeerde af in Leuven als licentiaat fysica. Na zijn studies begon hij als assistent aan de KULAK, waar hij ook actief was toen ik geboren werd en hij samen met zijn schoonbroer Luc iets te vrolijk zijn eerstgeborene was gaan aangeven in het Stadhuis (zie blogbericht Hedwig Luc).

Daarna zat hij ook een tijdje zonder werk, want blijkbaar waren de jaren '80 niet zo super voor werkzoekenden. In die periode zorgde hij dan voor mij als kleine broekvent, en nam hij mij mee om te wandelen en maakte hij gekke foto's van mij (volgt zeker nog).

Hij verzorgde nadien wat secretariaatswerk in het Antwerpse voor verschillende bedrijven, waaronder Agema. Die firma was op zoek naar een vertegenwoordiger voor de Benelux. Pa kreeg dit te horen en bood zich aan als kandidaat. En hij mocht aan de slag.

Hij begon zelfstandig te werken als handelsagent en verkocht infraroodcamera's. Een carrièreswitch die hij bleef verderzetten. Als groeide hij wel door de jaren heen.

In zijn prille infraroodcarrière gebruikte hij zijn bed als bureau en zat hij daar telefoontjes te plegen. In de loop der jaren veranderde hij vaak eens van bureau. We geven dan eens een overzicht van de belangrijkste bureaus van onze Martin, maar het begon dus allemaal op zijn bed.

En zo trok hij vaak de baan op, naar o.a. Engeland, waarover ik je vaak vertelde. Hij ontmoette collega's als Bryan en Dave (zie blogbericht Dave). Maar ook Parijs werd een plaats waar hij naartoe moest. Af en toe bracht hij ook collega's mee naar huis

En zo groeide ook het aantal gadgets thuis met het logo van de firma. Zo hadden we stapels briefpapier (de voorraad is anno 2015 nog steeds niet op.), onderleggers, muismatjes, .... En hij testte ook een boel camera's, en wij mochten helpen.

In 1998 werd de firma overgenomen door het Amerikaanse Flir. Dit Amerikaans bedrijf had een heel andere bedrijfscultuur dan het Zweedse Agema (Zweedse bedrijven waren volgens hem de beste om voor te werken). En dat was niet echt pa zijn ding. Hij kreeg het zo op de heupen dat hij uiteindelijk in 2001 vertrok. Hij werkte nog voor enkele bedrijven, tot hij in 2008 bij Xenics belandde (zie blogbericht Xenics).

TG

Ook bij ons thuis vind je nog steeds souvenirs van Agema. 
Wie hier ééntje komt drinken, krijgt alvast een Agema-onderlegger onder zijn drankje.



dinsdag 2 juni 2015

Infrarood

Op school kreeg je als kind dikwijls de vraag: "Wat doet je vader van werk?"
En dan begonnen we al bijna te zweten. Waar andere kinderen bakker, dokter, verpleger, garagist, arbeider, timmerman of andere konden antwoorden, was het voor ons toch altijd even zoeken.

"Handelsagent", antwoordden we toen. Ook dit is niet echt evident, maar toen we pa iedere keer vroegen wat hij nu precies deed, zei hij gewoon "Zeg dat ik handelsagent ben."

Maar daarmee was de kous nog niet af.
"En wat doet hij dan als handelsagent?"
"Euhm, hij verkoopt dingen".
"En wat verkoopt hij dan?"
"Infraroodcamera's."
"En wat zijn infraroodcamera's?"

Tjah, dan waren we we nog even bezig. Wat was infrarood? Voor ons waren dat van die gekke camera's waarmee je alles in gekke kleuren kon zien, zoals mensen. Waar het warm was, zag je meestal rode en oranje tinten. Alles wat koud was, kreeg een blauwe kleur. Je kon er ook mee in het donker zien. Als pa met de camera door het dakvenster keek, zagen we alle konijntjes en vogels in de weide achter ons. Pa bracht vaak camera's mee van het werk, en hij deed dan "testjes" met ons.

"Ga eens voor de camera staan. Leg eens een ijsblok op je hand en hou die voor de camera."

Voor ons de normaalste zaak van de wereld, maar voor anderen was dan ongetwijfeld science fiction. In klas vertelden we dan gewoon over infraroodcamera's:
"Het zijn camera's waarmee je warmte kan meten."

Tegen die tijd hielden de juffen op met vragen. Het ging wellicht ook hun eigen petje te boven.

TG

Onze Martin met een infraroodcamera



maandag 1 juni 2015

Xenics

Juni is alweer aangebroken. En naar jaarlijkse traditie worden we opnieuw uitgenodigd door Xenics, het bedrijf waar pa van 2008 tot 2010 werkte. Vanavond vindt in Bierbeek de jaarlijkse meeting plaats waarbij de resultaten van het afgelopen jaar worden overlopen. Nadien volgt nog een aangename receptie.

Sinds 2012 gaan Japie, Suzan en ik langs om onze pa te vervangen. Het is een fijne avond met heerlijke hapjes en vooral fantastisch om samen met de verantwoordelijken Bob en Elke en collega's als Piet Van Riel (zie blogbericht Piet Van Riel) en Johan (zie blogbericht A very dedicated customer who worships us) herinneringen op te halen. Ik zal ze met plezier noteren en ook delen.

De mensen van Xenics hebben ook hun herinneringen aan onze pa gebundeld en gedeeld. Na zijn dood kregen wij van hen een prachtig boek waarin heel wat collega's een boodschap hadden nagelaten. Vanuit verschillende landen zelfs. Er staan ook heel wat mooie foto's in van pa op het werk. Een fantastische souvenir! Blijf de blog verder lezen, en dan zal je zeker nog wel wat foto's van Martin op de werkvloer tegenkomen.

Oja, voor wie zich afvraagt wat Xenics eigenlijk doet: Xenics werd opgericht in 2000 als spin-off van IMEC, Europa's grootste onafhankelijk onderzoekscentrum in nano-elektronica en nano-technologie. Het bedrijf is ondertussen wereldwijd uitgegroeid tot een vooraanstaand ontwikkelaar en producent van infrarood detectoren en camera's voor onder andere industriële, wetenschappelijke, medische, beveiligings- en ruimtevaarttoepassingen. Onderaan vind je een introductiefilmpje.

Pa hield zich dus bezig met Infrarood. En daar zal ik morgen alvast wat meer over vertellen.

TG