donderdag 11 juni 2015

Bijnamen

In deze blogberichten heb ik het steeds over onze Martin, pappie, onze pa of Martinus. Maar eigenlijk hadden we een hele voorraad bijnamen voor hem. Voor iedereen van ons gezin trouwens. Ik heb de hobby om bijnamen te verzinnen en die ook te introduceren zodat die op den duur als doodnormaal worden beschouwd en gewoonweg courant worden gebruikt.

Pa zijn bekendste bijnaam was "Tintje". Voor zijn neven en nichtjes was hij dan "Nonkel Tin". Je had ook variaties op "Tin" zoals "Tinte Gripsaucitse" (vraag me niet vanwaar die komt). Ikzelf gebruikte vaak zijn voornaam (wat Artuur nu ook al bij mij doet) maar ook andere naampjes die wat met zijn postuur te maken hadden passeerden de revue: bolletje, spekreet, Martietus, Jan Leyers (verklaring volgt nog) ....

Zijn bekendste bijnaam was ook wel "Opperborst" of kortweg "Opper". Dit als voorzitter van de Bond der Behaarde Borsten (volgt later).

Maar pa gebruikte ook wel bijnamen voor ons. Ikzelf was "Tim met gaatjes in" (vraag me ook niet waarom) of ook Sproetie omdat ik als kind sproeten had (die gelukkig zijn verdwenen), Jasper was "Japie" of "Japie Tsjoolie". Suzan was "Janneke".

Maar er waren er nog andere. Zo doopte ik Japie om één of andere reden "Claude". Zelfs pa en ook mémé Agnès namen dit over. Japie kwam op een dag bij mémé binnengewandeld.

"Ha, Claude, hoe ist? Zet u, ge weet de brouwerij zijn."
En Japie keek meme aan alsof het donderde in Keulen.

Manuela werd door meme als "zijn prente" gedoopt of ook "Zarzuela" door pa. Mijn vriendin Elien werd "de poes". Zelfs voor pa, die dan ging winkelen en steevast "Aah, een pot choco voor de poes" mee bracht of snoepjes voor de "poes".

Suzan kreeg van ons vaak de bijnaam "Jakke" of ook "Bolle". Haar vriend Birger werd "Billie", en kreeg die van niemand minder dan mémé Agnès. Birger was voor haar iets te moeilijk om uit te spreken.

"Hoe noemt Suzans vrijer?"
"Birger?"
"Hoe, Birgen?"
"BIRGER."
"Billie?"
"Ja, Billie, mémé!"

En zo ging hij verder als Billie.

Mémé zelf kreeg ook wat koosnaampjes, al is het best dat ze enkel "Moedre" kende. Vaak werd ze als "d'oude" bestempeld, of zelfs liefkozend "d'oude draake". Liefkozend omdat we uiteraard ons mémé zo graag zagen en we die bijnaam best grappig vonden.

En die bijnamen waren de normaalste zaak bij ons thuis. Je kon bijvoorbeeld heel makkelijk onderstaande conversatie horen tussen pa en mezelf..

"Hey Martietus, waar is Claude?"
"Die is naar zijn prente."
"Azo, ga je naar d'oude draake vanavond?"
" Ja, maar kga eerst ons Janneke voeren. Billie is weg. Is de poes er niet van weekend?"
"De poes zit in Herzele."

Voor complete buitenstaanders een mysterie. Maar jullie kunnen de boel nu gelukkig wel ontcijferen.

TG




Geen opmerkingen:

Een reactie posten