maandag 31 augustus 2015

Nestor Ghillemyn

Ella, Artuur, Lou, Robbe en de andere kleinkinderen zullen nooit hun opa Martin kennen, en dat is wel spijtig. Maar ook wij hebben nooit onze opa gekend. Nestor Ghillemyn, vader van onze Martin, overleed in 1976 ten gevolge van een hartfalen. Mijn pa was toen zelf 16.



Ikzelf heb een karrenvracht aan herinneringen aan mijn vader, maar heb geen enkele aan mijn pepe. Ik ken hem enkel van foto's en dingen die mijn pa of mémé hebben verteld. Op de schouw bij mémé's beroemde tafel stond een sepia-foto van hem, en dat is hoe ik hem altijd voor de geest haal. Ik heb nog 1 souvenir van hem, een houten antieke boor dat bij ons thuis aan de muur hing. De boor heeft zijn plaats gekregen in het oude bureau van Martin in de Overheulestraat 220, tussen een hele hoop andere leuke herinneringen en souvenirs aan pa. Suzan hebben zijn oude bureau intussen omgetoverd tot een naaiatelier en schrijfruimte.

Nestor werd geboren op 25 december 1916 in Rollegem-Kapelle en huwde op 14 april 1945 in Gullegem met Agnès Demeiter, onze legendarische mémé Agnès. Ze woonden in de Ieperstraat in Moorsele en verhuisden dan naar de conciërgewoning van de gemeenteschool in de Sint-Jansstraat. Ze kregen samen 4 kinderen: Hedwig, Annie, Christa en Martin.

Nestor was goudsmid van beroep. Op de bovenverdieping van het huis stond zijn werkbank en alle andere materiaal. Die werkbank staat nog steeds bij ons thuis.

Mijn pepe was een echte Ghillemyn volgens mijn mémé Agnès.
"Die doen graag azo" (waarbij ze met haar hand deed alsof ze een glas leeggoot in haar keel). Op oude foto's van hem zie ik hem ook geregeld staan met een pintje voor zijn neus.

Helaas was zijn gezondheid niet al te opperbest. Hij viel met zijn bromfiets en verloor hierdoor een nier. Verder leed hij aan een depressie en was hij ook wat zenuwziek. Daardoor zat hij jammer genoeg vaak gewoon in de zetel. Gelukkig was mémé zo kranig dat zij werk verzette voor twee!

Hij overleed in 1976 ten gevolge van een hartfalen. De dokter had een maagzweer als diagnose gesteld en hem naar het ziekenhuis gestuurd. Door de verkeerde diagnose bezweek Nestor uiteindelijk. Mijn pa was zoals ik al zei 16, en zijn broer Hedwig werd zijn voogd tot pa meerderjarig was.

Pa zelf had ook niet zo heel veel herinneringen aan zijn vader. Hij was vaak ziek, waardoor hij niet zoveel op stap ging met zijn jongste zoon. Maar ik weet dat hij zijn Martintje meenam naar de koers en dat hij dan een wijting mocht eten (zie blogbericht). Ik weet ook dat vader Nestor een houten hutje had gebouwd in de vijver in mémé's tuin, waardoor je via een luikje over het water kon kijken.

Mémé Agnès vertelde me ooit dat hij eens veel te laat thuiskwam na een nachtje stappen.
"Ik stond aan het raam te kijken waar hij zat. Het was een gat in de nacht en ik hoorde zijn brommertje komen vanop de platse. En zigzaggen dat hij deed!! Ik zag hem naar de achterdeur gaan en hoorde het slot rammelen. Meneer kreeg de deur niet open. Hij ging dan naar de voordeur en die ging vanzelf open! Ik stond aan de andere kant en hem hem nen klets op zijn kaak gegeven. Hij zal sterren gezien hebben!"

Een grappig verhaal dat ik trouwens heb verwerkt in het eerste hoofdstuk van een boek over pa zijn (fictieve) jeugdjaren. Daar kan je binnekort alvast meer lezen over Martinus, Agnèske en Nestor. Zo blijven ze ook over de generaties heen bestaan!

TG





Geen opmerkingen:

Een reactie posten